HET KASTEEL HARCOURT AAN HET ZOET WATER IN OUD-HEVERLEE
Het huidige landhuis op de kruising tussen de Harcourtdreef en de Maurits Noëstraat in Vaalbeek werd in 1828 gebouwd in neo-classicistische stijl. Het kasteel dat er stond in de Middeleeuwen is er niet meer. Er zijn mooie vijvers rond die waarschijnlijk het restant zijn van de vroegere kasteelgracht. Aan de overkant van de Vaalbeek – die zie je hier goed - ga je langs een smal paadje naar de vroegere ijskelder van het kasteel die sinds enige jaren een nieuwe bestemming heeft gekregen als overwinteringsplek voor vleermuizen. Uit het mooie boek van Erik Martens ‘Uit het verleden van de gemeente Oud-Heverlee’ leren we dat tot 1303 Bierbeek met afhankelijkheden en het land van Aarschot een leen waren van de Hertog van Brabant. Grootvader Hendrik III sterft in 1261. Zijn zoon Godfried neemt de zaak over maar sneuvelt samen met zijn zoon Jan in de Guldensporenslag in 1302 in een vergeefse poging om de Graaf van Vlaanderen te worden.
Zijn oudste dochter Aleid trouwt met de Normandische graaf Jean d’Harcourt (nr.III) waardoor zowel Bierbeek als Aarschot van 1303 tot 1455 in handen van de Harcourts kwamen, eerst als leenheren, later als eigenaar. Hun kleinkind Louis – Gouverneur van Normandïe – had enige aandacht als bestuurder van Aarschot en verbleef ooit op het middeleeuwse ‘Slot van Vaalbeek’, waarschijnlijk gebouwd in 1284, dat sinds die tijd daardoor de naam ‘kasteel van Harcourt’ kreeg, maar op de kaarten meestal wordt aangeduid als ‘De Borcht’.
Gelegen aan de rand van het Heverleebos en vlak bij het Meerdaalwoud, diende het kasteel lange tijd als strategisch jachtslot. Tot in de 16de eeuw werd het bewoond door de hertogenlijke jacht- of warandemeester. De burcht was omgeven door een brede ellipsvormige gracht. Voor de ingang stond ooit een magnifieke eik. Deze boom werd als beschaduwde vergaderplaats afgebeeld op een schilderij dat volgens een zekere Charles Millet in 1579 in het kasteel van Heverlee hing, maar waarvan we het spoor bijster zijn. Een bescheiden afbeelding van deze oude boom zien we op een soort figuratieve kadasterkaart van de hand van landmeter Pierre de Bersaques uit 1596-1598. Een afbeelding van het kasteel is te zien op de omslag van het boek van Erik Martens. De eik is er niet meer en van het kasteel is er alleen nog een ondergronds bakstenen gewelf, waarschijnlijk een ijskelder. Nu overwinteren hier vleermuizen. Volgens een legende zou er van hier een ondergrondse verbinding zijn met het Kasteel van Heverlee en zoals je weet hebben legenden altijd een kern van waarheid.
Hoe oud die verbinding is en waarvoor ze kan gediend hebben is niet bekend. Er wordt beweerd dat hertog Godfried er na de GuldenSporenslag nog is ingekropen om aan de woeste Vlaamse boeren te ontkomen. Er wordt ook beweerd dat de hertog Van Harcourt er door kroop om stiekem de liefde met de moeder van Hennekin te bedrijven (zie hierna). Dat laatste verhaal is zeker onwaarschijnlijk want dan had de tunnel helemaal naar Aarschot moeten leiden. Maar voor de liefde zijn mannen tot véél bereid. Een oude vriend van de bewoners van het landhuis vertelde mij dat zij beweerden dat ze iedere dag door deze tunnel naar school gingen. Zelf was hij er zo’n meter of 6 ingegaan en had ontdekt dat de toegangsmuur tot de tunnel is ingestort. Dat verhaal wordt ook door anderen verteld. Uiteraard moeten we nu nog iemand vinden die in het Kasteel van Heverlee de andere ingang kan aanwijzen . Er zou aan die kant aan de spoordijk 'ergens' een deur zijn of geweest zijn.
De jacht was niet altijd op edelherten: in 1370 verwekte hertog Louis d’Harcourt hier een speelkind met de naam Hennekin van Weerde (de moeder woonde blijkbaar in St.Joris Weert). In 1384 schonk hij aan deze jongen een som gelds en 12 bunders grond. Uit de geschiedenis van de streek krijgen we indruk dat dit soort situaties nogal dikwijls voor kwamen en dat er niet zo moeilijk over gedaan werd. Wellicht wonen er heden ten dage nog afstammelingen in de streek?
Zijn afstammelinge Marguerite de Lorraine d’Harcourt trouwt in 1432 met Antoine de Croy, edelman afkomstig uit Picardië, 47 jaar oud en lelijk maar gefortuneerd en een gunsteling van Filips de Goede, hertog van Bourgondië (die in 1430 ook hertog van Brabant was geworden). Na de nodige financiële verwikkelingen kreeg het echtpaar het volle bezit over Aarschot en Bierbeek en dus ook over het leengebiedje Harcourt ten oosten van het Zoet Water. Sindsdien werd het geslacht De Croÿ daar de baas. In dezelfde tijd verkregen die familie ook de heerschappij over het Zoet Water dat deel uitmaakte van Heverlee. Daarmee kwamen dus zowel al de bossen als het lage gedeelte van de Vaalbeek-vallei – ook bekend als - Nytterdelle - onder hun bestuur. Het dorp Vaalbeek met de Kapel van St. Maria Magdalena bleef echter tot het einde van de 18de eeuw in handen van de Priorij Van Groenendaal.
Het huidige landhuis op de kruising tussen de Harcourtdreef en de Maurits Noëstraat in Vaalbeek werd in 1828 gebouwd in neo-classicistische stijl. Het kasteel dat er stond in de Middeleeuwen is er niet meer. Er zijn mooie vijvers rond die waarschijnlijk het restant zijn van de vroegere kasteelgracht. Aan de overkant van de Vaalbeek – die zie je hier goed - ga je langs een smal paadje naar de vroegere ijskelder van het kasteel die sinds enige jaren een nieuwe bestemming heeft gekregen als overwinteringsplek voor vleermuizen. Uit het mooie boek van Erik Martens ‘Uit het verleden van de gemeente Oud-Heverlee’ leren we dat tot 1303 Bierbeek met afhankelijkheden en het land van Aarschot een leen waren van de Hertog van Brabant. Grootvader Hendrik III sterft in 1261. Zijn zoon Godfried neemt de zaak over maar sneuvelt samen met zijn zoon Jan in de Guldensporenslag in 1302 in een vergeefse poging om de Graaf van Vlaanderen te worden.
Zijn oudste dochter Aleid trouwt met de Normandische graaf Jean d’Harcourt (nr.III) waardoor zowel Bierbeek als Aarschot van 1303 tot 1455 in handen van de Harcourts kwamen, eerst als leenheren, later als eigenaar. Hun kleinkind Louis – Gouverneur van Normandïe – had enige aandacht als bestuurder van Aarschot en verbleef ooit op het middeleeuwse ‘Slot van Vaalbeek’, waarschijnlijk gebouwd in 1284, dat sinds die tijd daardoor de naam ‘kasteel van Harcourt’ kreeg, maar op de kaarten meestal wordt aangeduid als ‘De Borcht’.
Gelegen aan de rand van het Heverleebos en vlak bij het Meerdaalwoud, diende het kasteel lange tijd als strategisch jachtslot. Tot in de 16de eeuw werd het bewoond door de hertogenlijke jacht- of warandemeester. De burcht was omgeven door een brede ellipsvormige gracht. Voor de ingang stond ooit een magnifieke eik. Deze boom werd als beschaduwde vergaderplaats afgebeeld op een schilderij dat volgens een zekere Charles Millet in 1579 in het kasteel van Heverlee hing, maar waarvan we het spoor bijster zijn. Een bescheiden afbeelding van deze oude boom zien we op een soort figuratieve kadasterkaart van de hand van landmeter Pierre de Bersaques uit 1596-1598. Een afbeelding van het kasteel is te zien op de omslag van het boek van Erik Martens. De eik is er niet meer en van het kasteel is er alleen nog een ondergronds bakstenen gewelf, waarschijnlijk een ijskelder. Nu overwinteren hier vleermuizen. Volgens een legende zou er van hier een ondergrondse verbinding zijn met het Kasteel van Heverlee en zoals je weet hebben legenden altijd een kern van waarheid.
Hoe oud die verbinding is en waarvoor ze kan gediend hebben is niet bekend. Er wordt beweerd dat hertog Godfried er na de GuldenSporenslag nog is ingekropen om aan de woeste Vlaamse boeren te ontkomen. Er wordt ook beweerd dat de hertog Van Harcourt er door kroop om stiekem de liefde met de moeder van Hennekin te bedrijven (zie hierna). Dat laatste verhaal is zeker onwaarschijnlijk want dan had de tunnel helemaal naar Aarschot moeten leiden. Maar voor de liefde zijn mannen tot véél bereid. Een oude vriend van de bewoners van het landhuis vertelde mij dat zij beweerden dat ze iedere dag door deze tunnel naar school gingen. Zelf was hij er zo’n meter of 6 ingegaan en had ontdekt dat de toegangsmuur tot de tunnel is ingestort. Dat verhaal wordt ook door anderen verteld. Uiteraard moeten we nu nog iemand vinden die in het Kasteel van Heverlee de andere ingang kan aanwijzen . Er zou aan die kant aan de spoordijk 'ergens' een deur zijn of geweest zijn.
De jacht was niet altijd op edelherten: in 1370 verwekte hertog Louis d’Harcourt hier een speelkind met de naam Hennekin van Weerde (de moeder woonde blijkbaar in St.Joris Weert). In 1384 schonk hij aan deze jongen een som gelds en 12 bunders grond. Uit de geschiedenis van de streek krijgen we indruk dat dit soort situaties nogal dikwijls voor kwamen en dat er niet zo moeilijk over gedaan werd. Wellicht wonen er heden ten dage nog afstammelingen in de streek?
Zijn afstammelinge Marguerite de Lorraine d’Harcourt trouwt in 1432 met Antoine de Croy, edelman afkomstig uit Picardië, 47 jaar oud en lelijk maar gefortuneerd en een gunsteling van Filips de Goede, hertog van Bourgondië (die in 1430 ook hertog van Brabant was geworden). Na de nodige financiële verwikkelingen kreeg het echtpaar het volle bezit over Aarschot en Bierbeek en dus ook over het leengebiedje Harcourt ten oosten van het Zoet Water. Sindsdien werd het geslacht De Croÿ daar de baas. In dezelfde tijd verkregen die familie ook de heerschappij over het Zoet Water dat deel uitmaakte van Heverlee. Daarmee kwamen dus zowel al de bossen als het lage gedeelte van de Vaalbeek-vallei – ook bekend als - Nytterdelle - onder hun bestuur. Het dorp Vaalbeek met de Kapel van St. Maria Magdalena bleef echter tot het einde van de 18de eeuw in handen van de Priorij Van Groenendaal.